De bedrijven waar het om gaat beweren binnen een maand 1.2 miljoen liters brandstof te hebben gebruikt, wat volgens Gajadien niet kan. "We zijn in een kleine samenleving en er wordt gesproken, dus we weten welk deel naar de partijkas gaat en naar welke functionaris en welk deel naar de verantwoordelijke van de oliemaatschappij. Want als de minister serieus is en een diepgaand en een justitieel onderzoek laat instellen, dan zal een gevangenisstraf moeten volgen of een geldboete van ten hoogste 20 maal van het te min betaalde", betoogde Gajadien.
Schrijven aan bedrijven Het assembleelid stelde dat sinds deze zaak aan de kaak wordt gesteld, de minister de bedrijven aanschrijft en meedeelt dat ze niet in aanmerking meer komen voor vrijstelling. Een passage van de brief luidt: 'Uitgangspunt van dit besluit was om de exportgerichte bedrijven met een aanzienlijk grote exportvolume van meer dan 80% te stimuleren. Deze faciliteit heeft inmiddels voldoende bijgedragen aan het stimuleren van de export van deze bedrijven, m.n. in de opstartfase. Thans is de regering van oordeel dat het niet langer opportuun is deze faciliteit te verlenen. De regering heeft daarom besloten dit beleid niet langer voort te zetten. Gelet op het bovenstaande wordt de faciliteit, welke verleend wordt aan mijnbouwondernemingen en andere industrieën in de productiesector, opgeschort'.
"Wie dekt wie, wie houdt wie voor de gek en wie zou wie de laan uit moeten sturen? Ik vraag dat wij in de boeken van deze bedrijven moeten kunnen zien, een accountant onderzoek met een strafrechtelijk onderzoek door de procureur generaal", stelde Gajadien. Bij dit schandaal zou ook een oliemaatschappij zijn betrokken.