Op 19 juni 1937 trad Ishwardatin het huwelijk met Soebhadri Brahmatewari. De familie deed aan landbouw (koffie, cacao, bananen, bacoven, rijst en maïs) en veeteelt. De heer Ishwardat was ondernemend en exploiteerde een rijstpelmolen. Hij ging in de handel en leverde padie en rijst aan NV Uneda en bezat zelf 2 lichters (transportvaartuigen). Het echtpaar Ishwardat Gangaram Panday-Soebhadri Brahmatewari werd gezegend met 7 zonen en 7 dochters, en vele kleinkinderen en achterkleinkinderen. Hun verantwoordelijkheid als ouders kennende hebben ze hun kinderen goed opgevoed en ook goed onderwijs laten genieten. Daarom verhuisde het echtpaar in april 1962 naar Paramaribo, waar de heer des huizes als zelfstandige ondernemer in onroerend goed en als aannemer in de huizenbouw werkte. De meeste kinderen en kleinkinderen hebben eenmiddelbare, hoger beroeps- of academische opleiding genoten en bekleden hoge ambten en functies in de maatschappij.
Ishwardat was van jongs af welbespraakt, geliefd en actief. Hij kon goed en inspirerend spreken, was sociaal bewogen en religieus betrokken. Hij participeerde actief in sociale, culturele, religieuze en politieke organisaties en verenigingen op het gebied van zang, muziek, toneel, Rámalílá, tempeldiensten en politiek. Hij was muzikaal aangelegd, bespeelde diverse muziekinstrumenten (het harmonium was zijn favoriet) en zong vooral devotionele liederen.
Pt. Ishwardat was een verkondiger van de Sanátana Dharma en liet circa 13 tempels op diverse plaatsen opzetten. Jarenlang fungeerde hij als priester en leidde erediensten zowel aan huis als in tempels. Zijn lezingen uit de Rámáyana, zijn lievelingsboek, m.n. tijdens rouwzittingen waren hartverwarmend en troostend.
Een sprankelend voorbeeld van zijn sociale bewogenheid en betrokkenheid is het feit dat hij jarenlang dagelijks een gang maakte naar het Academisch Ziekenhuis om zieken die geen bezoek kregen op te vrolijken en troost te bieden. Evenzo bij het lijkenhuis. Hij stond bekend als de pandit met zijn vilten hoed en paraplu.
Hij heeft samen met zijn echtgenote diverse reizen gemaakt naar o.a. India, Guyana , Trinidad, Venezuela en Nederland. Deze reizen stonden in het teken van cultuur en religie. Zijn echtgenote kwam hem echterop 27 juni 1989, na 52 jaar huwelijk, te ontvallen.
Enkele jaren geleden werd hij onderscheiden tot Ridder in de Ereorde van de Palm. Na een lang, enerverend, productief en welbesteed leven is hij te midden van zijn kinderen op dinsdag 29 april 2014 thuis rond 12.00 u ’s overdag rustig en vredig ingeslapen. Mogezijn Atman de eeuwige rust vinden. Om Shánti!