PARAMARIBO - Suriname is deze week 45 jaar onafhankelijk. En bij een bigiyari hoort een feest. Aangepast, vanwege de Covid-19- dreiging, maar een feest werd het wel. Paul Somohardjo van de Pertjajah Luhur (Javaans voor Vol Vertrouwen) viert nooit feest op 25 november. ‘Het is voor mij een dag van bezinning, want de onafhankelijkheid had anders gekund.’
We schrijven 1974. Met het bekend worden van de regeringsverklaring is ook duidelijk geworden dat Suriname ultimo november 1975 onafhankelijk zal worden van Nederland. Voor Paul 'Salam' Somohardjo (lid van de NPK-regering bestaande uit de PNR, NPS, PSV en KTPI) kwam dat aan als donderslag bij heldere hemel. "Niemand wist hiervan, ook de top van de NPS niet. Het voornemen stond ook in geen enkel partijprogramma bij de verkiezingen van 1973", zegt Somohardjo.
De intussen 77-jarige politicus zit in het partijcentrum van de Pertjajah Luhur. De partij heeft net een gevoelige nederlaag geleden bij de verkiezingen van 25 mei en is van vijf zetels in V7-verband teruggevallen naar 2 in een lijstverbintenis met de Abop van Ronnie Brunswijk. Op het terrein van het partijcentrum staan een sportclub en een supermarkt, het partijcentrum zelf staat rechts op het terrein. Bovenaan in de grote ruimte staat een bord met het opschrift: 'Gotong Royong Abop en PL', vrij vertaald samen opbouwen Abop en PL. De deur van de kamer van Somohardjo staat daar rechtsonder; voor de deur een bakje waarin telefoons achtergelaten moeten worden. Na een verzoek daartoe mag de redactie door mét telefoon.
Intermenselijke brug
"Ik heb geen goede herinneringen aan de onafhankelijkheid", stopt Somohardjo zijn misnoegen onder stoelen noch banken. "Ik was niet tegen onafhankelijkheid, maar wel tegen de manier zoals het er aan toe is gegaan. Drie maanden voor de onafhankelijkheid hadden we nog geen grondwet, geen duidelijke grenzen en geen vlag. De Nederlanders zijn goede bruggenbouwers, maar ze hebben ons nooit geholpen de intermenselijke brug naar elkaar toe te bouwen. Vandaar ook dat de Hindostaan in Calcutta, de Javaan in de Kampong, de creool in Paramaribo en de marron in het binnenland verbleef. Zo kon Nederland verdelen en heersen", zegt Somohardjo.
Nu 45 jaar na 25 november 1975 doet de politicus uit de doeken dat zijn weerstand tegen de onafhankelijkheid niets te maken had met angst van zijn kant dat de creool over de Javaan zou heersen. "Niets van waar", ontkracht hij de beweringen die in de geschiedschrijving doorgaan voor waarheid. "Ik wilde niet dat wij de sociale voorzieningen zouden verliezen die toen golden in Nederland toen voor Nederlanders. En wij waren Nederlanders. Toen we onafhankelijk werden in 1975 gold daar een AOV van 1500 Nederlandse gulden bij 65 jaar en in Suriname kreeg je bij 70 jaar een AOV van 25 gulden. Als je hier geen werk had, verpauperde je. In Nederland kreeg je stontjie. Ik weet nog dat zodra je in die tijden op Schiphol aankwam, je kledingtoelage kreeg. En ik ken mensen die in Nederland toen 10.000 gulden kregen voor hun inrichting alleen", klinkt het steeds luider met armen die wijds wat gezegd wordt benadrukken.
Den Uyl
Volgens Somohardjo zag Nederland Suriname als last. "Maar we waren geen kolonie. We waren geen Indonesië. We waren Nederlands gebiedsdeel. En Nederland wilde van ons af omdat we te veel gebruikmaakte van alle sociale voorzieningen daar. Maar het land heeft ons uitgebuit tijdens de slavernij, daarna tijdens de contractarbeid - een verkapte slavernij. Die 3,5 miljard ontwikkelingshulp stelde niets voor. Nederland is er goedkoop van af gekomen."
Het protest van Somohardjo voerde hij eerst in het parlement van toen. Hij stapte uit de NPK en richtte een eenmansfractie op. "De verhoudingen waren 17 voor de oppositie en 22 voor de coalitie. Ik stapte uit de coalitie, maar liep niet over. Ik vormde een eenmansfractie en kreeg daarna ondersteuning van Liesdek-Clarke en Lee Kong Fong, die beide ook tegen de onafhankelijkheid waren."
Samen ging het drietal naar Nederland en stelde samen met de VHP een motie op om aan de Nederlandse Tweede Kamer te overhandigen. "Ik kwam nog Joop den Uyl tegen. En ik zei hem nog. De uil is bij de Javanen de vogel die de dood aankondigt. Ik hoop niet dat u die rol gaat vervullen. Hij lachte toen, om mij vijf jaar later gelijk te geven, want toen kreeg Suriname de coup van 1980."
Het verzet van de groep in Nederland leverde geen resultaat op, want de VHP'er George Hindori besloot akkoord te gaan met de onafhankelijkheid. "En het is niet dat wij geen onafhankelijkheid wilden, maar zeker vanwege de impact die de onafhankelijkheid zou hebben wilden wij een referendum hebben. Het volk moest zich uitspreken hierover", zegt Somohardjo. Hij meent te weten dat ook Jagernath Lachmon die toen voorzitter was van de VHP een soort van grace period wilde. "Zodat mensen op en neer konden reizen tussen de twee landen."
Naar Nederland
Somohardjo besloot als antwoord op de Toescheidingsovereenkomst zoveel mogelijk Javanen in de gelegenheid te stellen in Nederland te zijn in 1975. Die overeenkomst voorzag erin dat wie bij de onafhankelijkheid in Nederland was, Nederlander bleef en wie in Suriname was Surinamer werd. Somohardjo stelde via zijn 'Stichting van plantagearbeiders en hun nakomelingen' de Javanen die het geld hadden in de gelegenheid door betaling van 550 gulden een ticket te kopen naar Nederland en voor de minderdraagkrachtigen voor 100 gulden een trip met de boot.
Somohardjo vertelt dat de Javanen uit Indonesië Nederlander zijn geworden door de Optie van Donker, waarbij Javanen uit Indonesië de gelegenheid kregen Nederlander te worden om zo de trip terug naar Indonesië te ontmoedigen. "Dan kan het niet zo zijn dat we plotseling werden losgelaten", zegt Somohardjo. De bedoeling was wel om terug te komen. "Dus hier werd niets verkocht."
Er klinkt blijdschap door in zijn stem wanneer hij zegt: "Het was prachtig om te zien hoe Javanen die gewend waren op hout te koken, op gas konden koken, dat Javanen die nooit eerder hadden gebeld konden leren hoe dat te doen. Door onze stap om de Javanen naar Nederland te brengen hebben veel van hen de gelegenheid gehad zich verder te ontwikkelen." Somohardjo zelf besloot ondanks "huilende" medestanders toch terug te keren naar Suriname. "Ik had beloofd dat zelfs al is er een persoon die achter me stond, ik terug zou komen", zegt hij.
De PL-voorzitter ziet niet alleen de landsgrenzen die nog steeds niet helemaal zijn geregeld, als resultaat van een slecht voorbereide onafhankelijkheid. Ook de coup van 1980 past volgens hem in het rijtje 'gevolgen'. "Wie zou het durven om als we nog een Nederlands gebiedsdeel waren een coup te plegen? Als ik zo een witte militair zag rende ik weg, iedereen. We hadden daar respect voor. Maar het leger in Suriname was absoluut niet voorbereid op een coup. Sterker nog, de coupplegers waren door Nederland getrainde militairen."
Hetze tegen de Javaan
Niet alleen voor 1975, maar ook na die periode is Somohardjo een constante factor gebleven in de Surinaamse politiek. Het optreden van de partij die hij voorzit is niet zelden gekarakteriseerd als onbetrouwbaar en chantabel. "Dat is niet waar, dat is gewoon een hetze tegen de Javaan. Kijk maar naar 2010. We hadden al onderhandeld over de posities en we hadden getekend dat ik weer voorzitter zou worden van het parlement. Ik had mijn speech al klaar", slaat Somohardjo op zijn hemdzak waarin hij de speech opgeborgen had in 2010. "Toch werd ik verraden. Niemand praat erover. Maar dat was een politieke coup. Maar men denkt: ach het was toch de Javaan", klinkt het gekscherend.
Somohardjo participeert net als de A Combinatie ook in de regering-Bouterse 1. En dat tot verbazing van velen. "Ik weet het. Als het iemand is die Bouterse zou moeten haten, ben ik dat. Ik zat in Devil vast na de 'tegencoup van Rambocus' ik heb negen maanden in Santo Boma gezeten, mijn broer heeft nog altijd een kogel in zijn hoofd vanwege een aanslag uit die richting die kennelijk voor mij bedoeld was in Nederland. In 1983 heb ik uit Suriname moeten vluchten voor de militairen waarna ik me aansloot bij Raad voor de Bevrijding van Suriname van Henk Chin A Sen. Maar ik heb geleerd te bidden en te vergeven." Dat de politicus ook meewerkte aan de aangepaste Amnestiewet in 2012 is ook voor velen onbegrijpelijk gebleken. "Ik heb de partij geraadpleegd en samen hebben we gezegd we werken mee. Als het verkeerd was, dan laat men mij ook amnestie daarvoor geven."
Zijn loyaliteit aan Bouterse wordt een jaar voor de verkiezingen in 2014 'beloond' met een bedankbrief van de NDP. Somohardjo kreeg te horen dat hij en zijn partij onbetrouwbaar bleken te zijn, "zonder een verklaring daartoe." Volgens de PL-topman wilde de NDP controle over het ministerie van Binnenlandse Zaken. "Want daardoor kon de NDP in 2015 26 zetels behalen. Als het ministerie onder PL viel, dan was er tenminste toezicht", klinkt Somohardjo.
HVB
Alsof dat niet erg genoeg was lopen na de verkiezingen de twee prominente partijleden Diepakkoemar Chitan en Raymond Sapoen, uit de PL en richten de HVB op. "Ik vond het duizendmaal erg van Raymond Sapoen. Hij had alles in huis om de partij over te nemen. Good looking, kon goed praten, geschoold. De man had talent. Echter, hij koos ervoor om over te lopen. Hij is verleid", zegt Somohardjo veelbetekenend.
Nu heeft Somohardjo in lijn met zijn coalitiegenoten, die op cruciale posten familieleden zetten, zijn zoon Bronto vooruitgeschoven als minister van Binnenlandse Zaken. "Omdat ik zijn vader ben, ik heb hem gemaakt, als hij die stap zou maken weg te gaan, kan ik hem ook breken. Ik heb heel goed gekeken hoe het altijd de tweede man in de partij is op wie er wordt gemikt. Nu is het mijn zoon. Hij is capabel - want dat is de eerste vereiste en ik had een vertrouweling nodig", zegt Somohardjo.
Of die keus heeft gezorgd voor ontevredenheid in de partij? "Dan heb ik het niet gemerkt." Somohardjo is zich ervan bewust dat de regering-Santokhi/Brunswijk het zeer moeilijk zal hebben. "Het is dan niet meer dan billijk dat Nederland ons daarbij helpt. Ze hebben zoveel van ons land geprofiteerd, ze kunnen nu wat terug doen voor ons."
Ook voor de diaspora ziet Somohardjo een rol weggelegd en zeker voor het Javaanse segment. "Ik ben daarom ook voorstander van een dubbele nationaliteit. Ze moeten dezelfde rechten en plichten hebben als wij, alleen moeten ze niet kunnen stemmen. En ik hoop ook dat de diasporamensen die willen komen investeren, niet onheus behandeld zullen worden. Ze zijn ten slotte deel van ons", zegt Somohardjo lachend met een wijds uitnodigend gebaar.