De onduidelijkheid over de aanvang van de vergadering heeft in de achterliggende periode voor duidelijke irritatie gezorgd bij vooral de oppositieparlementariërs. De oppositie maakt zich zorgen dat de verkiezingen voor de deur staan, terwijl het ministerie van Binnenlandse Zaken nog niet over de financiële middelen uit zijn ingediende begroting kan beschikken. Zij vindt dat de samenleving door de leiding van het parlement wordt misleid. De voorzitter gaf eerder aan dat zij de bestaande wetten op de agenda wil afronden. Hierdoor kon zij rond de eerste helft oftewel midden maart uiteindelijk aanvangen met de behandeling van de zeventien wetten van de begroting. Geerlings-Simons benadrukt dat zij ook meeleeft met de rest van de samenleving als het aankomt op het hebben van een begroting voor het land. Zij weet dat niet elke begrotingsbehandeling leidt tot een begroting. De parlementsvoorzitter vindt dat zaken erger zijn als een land helemaal geen begroting heeft. ‘Wij zijn met alle quorumtoestanden nu in maart beland, terwijl ik niet degene ben die dat zo heeft georganiseerd’, aldus de DNA-voorzitter.
FR