Op de keper beschouwd, een juiste zienswijze van de onderwijsbewindvoerder. Eveneens een juist besluit tot stopzetting van een extra beloning aan leerkrachten die vanwege zwangerschap tijdelijk geen arbeid kunnen verrichten. Anderzijds kan de vraag gesteld worden waarom zoveel drukte rond een aangelegenheid die in vergelijkende zin nauwelijks opvalt. Want ga maar na, hoeveel ambtenaren het land niet dienen, volstrekt geen arbeid verrichten, vaak jaren aaneen, doch trouw hun maandelijks loon ontvangen. Loon voor non-prestaties, een verschijnsel dat bestaansrecht verworven heeft. Plaats voor een moment in de aandacht hoeveel ambtenaren dagelijks de presentielijst tekenen, en kort daarna de werkplek verlaten. Terecht leert de literatuur ons dat beloningtot doel heeftde werknemer aan te zetten tot herhaling van gewenst werkgedrag. Daarom ontvangt de niet-presterende ambtenaar trouw zijn loon, jaren aaneen. Waarom zoveeldrukte over een beloningskwestie in het onderwijs, waarbij slechts enkelen betrokken zijn, terwijl veel landsdienaren hun werktijden zelf bepalen, een verschijnsel dat vooral door leidinggevenden in stand gehouden wordt , en alsblijk van waardering daarvoor hun beloning voor voltijdse arbeid ontvangen. Zijn het niet dezelfde personen die jaarlijks hun periodieke verhoging op de loonslip tegemoet mogen zien? En wat valtte zeggen over het ambtsjubileum wegens trouwe arbeid en de daaraan klevende gratificatie, terwijl plichtsverzaking bij velen als de eindeloze rode draad loopt door het getoonde werkgedrag?De slechte schoolresultaten zijn vaker ook in verband gebracht met opvallend verzuim van leerkrachten. Onderwijsbonden hebben dit verwijt nimmer van de hand gewezen. Aldus ontvangen ook veel leerkrachten loon voor niet-verrichte arbeid. Deze vorm van plichtsverzaking wordt zelfs op hoger niveau geteeld. Immers, hebben niet de achtereenvolgende parlementsvoorzittersleden van het geachte college frequent ernstig moeten waarschuwen tegen plichtsverzuim enerzijds, en het onethisch karakter van het ontvangen van beloning onder gelijktijdige ondermijning van het parlementaire werk anderzijds? Zijnhet niet de dames en heren van het geachte college die er bekend om staan de presentielijst wel te tekenen, om daarna de werklocatie te verlaten? Zijn het niet de parlementariërs annex ambtenaren, die loon voor de ambtelijke arbeid ontvangen zonder de werkplek te bezoeken? Dat leerkrachten hun onredelijke verlangens naar loon voor niet-verrichte arbeid gedurende zekere periode kracht bijzetten isbinnen de ruimere verbanden alleszins verklaarbaar. Het is de chaos in de beloningssfeer van de overheid als werkgever, de op hol geslagen bezoldigingspraktijk in de publieke sector die eenduidigheid, rationalisering en objectiveringvanhet beloningsbeleidonmogelijk maken. De overheid die, ook als werkgever, de grotere belangensferen bij haar besluitvorming nauwlettend in gedachten dient te houden, voelt zich door pressie van groepen en groepsbelangen vaker genoodzaakt haar ratio te moeten inleveren voor subjectiviteit, onverklaarbaarheid en precedentschepping. In het geval van stremmen van loonuitkering voor niet- verrichte arbeid heeft de onderwijsministerde rechtvaardigheid willen dienen, hetgeen hem niet in dank is afgenomen. Het is overigens een grove misslag, wanneer het parlement zich rechtstreeks inlaat met een beloningsvraagstuk tussen werkgever en werknemer, ongeacht of deze zaak de dienstbetrekking in publieke of bedrijfsorganisaties betreft. De taakstelling van het college is daarvoor te gewichtig.
Stanley Westerborg,