PARAMARIBO - De Volksrepubliek China heeft Suriname in een houdgreep. Nu het land de schuld van meer dan vijfhonderd miljoen US dollar niet kan terugbetalen, zit Suriname behoorlijk in de penarie. Al zegt de regering van niet. De dubieuze werkwijze van China is algemeen bekend, maar vrijwel niemand in de wereld durft kritiek te leveren op de Aziatische grootmacht. En Suriname al helemaal niet: het land wil de hand graag open blijven houden voor al die leuke cadeautjes en reisjes. In een serie van vier artikelen heeft Armand Snijders geprobeerd de soms wat moeizame relatie tussen China en Suriname, maar ook met de rest van de wereld, uit te leggen. Het derde deel van de serie werd op 1 december gepubliceerd in de papieren versie van de Ware Tijd.
Jamie Dimon, topman van de Amerikaanse zakenbank JPMorgan Chase & Co., heeft zich verontschuldigd nadat hij had gegrapt dat de bank langer zou bestaan dan de Communistische Partij van China. Hij trok naar eigen zeggen een parallel tussen het honderdjarige bestaan van de bank en de regerende Chinese partij.
Maar de leiders van de volksrepubliek hebben absoluut geen gevoel voor humor en zeker niet over hun partij, die voor hen heilig is. Dus Dimon haastte zich om zijn woorden terug te nemen. "Ik heb spijt van die opmerking en had die niet moeten maken. Ik wilde simpelweg de kracht en levensduur van de bank onderstrepen."
Die excuses kwamen precies een week nadat Dimon bij uitzondering toestemming had gekregen van de Hongkongse regering om het land te bezoeken zonder dat hij in quarantaine moest. Hongkong wordt gecontroleerd door de Chinese regering. JPMorgan heeft grote uitbreidingsplannen in China en kreeg in augustus goedkeuring om een bank te openen in het land. Volgens kenners tonen deze excuses aan hoezeer buitenlandse investeerders op hun woorden moeten passen om in de gunst te komen bij de Chinese machthebbers.
Racistische opmerking
Eerder kwam de Zwitserse bank UBS Group AG ook al in de problemen in China, toen één van zijn economen in 2019 iets had gezegd over stijgende voedselprijzen en varkenspest. Dat werd door de Chinese regering opgevat als een racistische opmerking, waardoor UBS een belangrijk contract in China verloor. De econoom werd voor drie maanden geschorst.
Ook de kledingmerken H&M en Nike kregen eerder dit jaar de wind van voren van Chinese staatsmedia, toen ze hun zorgen uitten over geruchten dat katoen in China gemaakt werd door dwangarbeiders. Wil je dus succesvol zaken kunnen doen met de grootmacht, dan moet je de ogen sluiten en vooral zwijgen over de grove schending van mensenrechten die doorlopend in China plaatsvinden. Dat geldt niet alleen voor individuen en bedrijven, maar ook zeker voor landen. Het voordeel is dat Beijing andere regeringen nooit zal aanspreken op eventuele misstanden in hun landen.
Veroordeelden welkom
Ook worden regeringsleiders met een strafblad er vaak met open armen ontvangen. Daar heeft de veroordeelde Desi Bouterse eind 2019 profijt van gehad. Die kwam als president China gewoon binnen. En dat biedt ook Ronnie Brunswijk voor de toekomst hoop. Want die moet nu elke keer lijdzaam toezien dat Chandrikapersad Santokhi de wereld rondreist, terwijl hij noodgedwongen gevangene is in eigen land. Maar drugsveroordeling of niet: China zal hem met alle egards ontvangen.
Zelfs Nederland zal niet protesteren, dat heeft het bij het bezoek van Bouterse ook niet gedaan. Want ook voor Nederland geldt dat het China liever te vriend houdt dan tegen de haren in te strijken. De handelsbelangen zijn voor politiek Den Haag te groot en lucratief om ze op het spel te zetten.
Nederland is niet het enige land dat China niet durft aan te spreken. Vrijwel geen enkele wereldleider haalt het in zijn hoofd om het land aan te spreken op bijvoorbeeld de mensenrechten, die door de regering in Beijing regelmatig worden geschonden. Zoals zoveel landen heeft China allerlei internationale verdragen getekend waar het zich aan moet houden, maar volgens Amnesty International probeert de Chinese regering die verplichtingen te ontlopen door zijn eigen 'visie' op mensenrechten te benadrukken.
Toekomst voor de mensheid
In het hedendaagse China is geen plaats voor "universele, ondeelbare en verplichtende mensenrechten". Deze moeten de weg ruimen voor nieuwe, vage begrippen zoals de "gemeenschap van gedeelde toekomst voor de mensheid" een begrip dat een model van bestuur voorstaat, gebaseerd op ontwikkeling, economische samenwerking en nationale soevereiniteit.
We weten inmiddels allemaal dat je als minderheid, andersdenkende of 'dissident' je leven niet zeker bent in China. Dat was vroeger al zo en in het recente verleden hebben zich tal van vreemde en trieste gevallen voorgedaan die door het communistische bewind simpelweg onder de mat werden geschoven. Zoals dat van tennisser Peng Shuai, die van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen nadat ze een oud-vicepremier enkele weken geleden van seksueel geweld beschuldigde. Volgens de Chinezen gaat het goed met haar, maar van Shuai zelf is niets meer vernomen. In China zou de #MeToo-beweging overuren draaien.
Datzelfde gebeurde met internetmiljardair Jack Ma, oprichter van techgigant Alibaba, die na drie maanden spoorloos te zijn verdwenen begin dit jaar plotseling weer opdook. Zijn laatste publieke optreden was op 24 oktober vorig jaar met een speech in Shanghai, waarin hij forse kritiek uitte op toezichthouders in China. De spanning die deze speech veroorzaakte, leidde ertoe dat Chinese autoriteiten de geplande beursgang van zijn bedrijf verhinderden. Bij deze beursgang leek de financiële tak van Alibaba 35 miljard US dollar op te halen. Daarmee zou het de grootste IPO ooit zijn geworden.
Even later verdween Ma, om in januari weer op te duiken zonder een verklaring te geven voor zijn plotselinge langdurige afwezigheid. Het vermoeden bestaat dat hij enkele maanden is opgesloten geweest en daar niets over mag zeggen, anders gaat hij weer de bak in. Of erger: dan verdwijnt hij definitief van de aardbodem.
Oeigoeren
De Oeigoerse kritische academicus Ilham Tohti kreeg op 23 september 2014 levenslang wegens 'separatisme'. Tohti kwam op voor de rechten van de Oeigoeren, een Turks volk uit de Chinese autonome regio Xinjiang. Met ongeveer twaalf miljoen mensen vormen de Oeigoeren 45 procent van de bevolking van dit gebied. Ze worden in de regio Xinjiang ernstig onderdrukt, worden al jaren zonder reden opgepakt en vastgezet in strafkampen, mishandeld, uitgebuit en verkracht. Het vermoeden is dat zeker één miljoen Oeigoeren in strafkampen zijn opgesloten, terwijl de wereld machteloos toekijkt. En zo zijn er meer minderheidsgroeperingen die een soortgelijk lot ondergaan.
Suriname en China
De wereld doet dus niets en van Suriname mogen we helemaal niet verwachten dat het een kritisch geluid laat horen richting China. Daarvoor is het land (al dan niet onbedoeld) teveel afhankelijk van Beijing. En wil het nog overeenstemming bereiken over herschikking van de onbetaalde schuld en ook in de toekomst blijven profiteren van de Chinese generositeit, dan zal het braaf moeten blijven dansen naar de pijpen van president Xi Jinping. Mensenrechten zijn leuk, maar handelsbelangen wegen altijd zwaarder.