Op 30 juni wordt er een buitengewone openbare zitting gehouden van de volksvertegenwoordiging, onder leiding van Somohardjo. De gekozen kandidaten kunnen de eed afleggen, met eventueel bijstand van een geestelijke leider. Het is ook mogelijk om een belofte af te leggen.
Om toegelaten te worden tot het hoogste college van Staat moet de griffie volgens de website van De Nationale Assemblee beschikken over een proces-verbaal, eedsformulier, uittreksel uit het geboorteregister en een verklaring van openbare betrekkingen. Dit alles bij elkaar zijn de geloofsbrieven. Additioneel is ook vereist: nationaliteitsverklaring, bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister, kennisgeving van aanvaarding en curriculum vitae.
Toelating Na de eedaflegging vindt de toelating plaats van de beëdigde leden. Tijdens deze vergadering worden de geloofsbrieven onderzocht en indien goed bevonden, de fungerend voorzitter geadviseerd om deze personen toe te laten tot het college. Er worden diverse commissies van Onderzoek van Geloofsbrieven ingesteld. Uit elke commissie wordt een voorzitter aangewezen die in commissieverband de persoonlijke dossiers met de geloofsbrieven naar juistheid en de wettelijke vereisten onderzoekt.
Er worden groepen van negen tot tien leden gevormd. Wanneer de namen van de leden worden opgenoemd, moeten zij in verband met het onderzoek van hun dossiers, de vergaderzaal verlaten.
Als er geen op- of aanmerkingen zijn, zal de commissievoorzitter dit in de vergadering bekendmaken. De leden van wie hun geloofsbrieven goed zijn bevonden, worden naar de vergaderzaal begeleid om op hun aangewezen plek plaats te nemen. Dan worden ze geacht tot DNA toegelaten te zijn.