‘Bij de Indiase immigranten waren er mensen van verschillende kasten. Zij dienden hun bezwaar in bij de staat vanaf 1910 en kozen voor zichzelf de naam Hindustani. Creolen kenden de Hindoestaan vanaf toen als koelies. Reden waarom zij deze term nog steeds gebruiken. “Als zij de term koelie in 2016 gebruiken, hoeft het dan ook niet denigrerend bedoeld te zijn. Net zoals Hindoestanen tot nu toe geen ander woord voor de Creool kennen dan het woord ‘kafri’. Dit woord komt uit het Arabisch en had oorspronkelijk ook een negatieve betekenis namelijk ‘heiden’. Soms werd het woord ‘hapsi’ gebruikt wat ook uit het Arabisch kwam en ‘mensen van Ethiopië’ betekende. Ook gebruiken Hindoestanen onderling het woord ‘djuka’ om de Marron aan te duiden, omdat ze daarvoor geen ander woord hebben. Ze bedoelen daar niet per se iets negatiefs mee.’
Anders wordt het volgens Hassankhan als je al deze worden opzettelijk op een bepaalde toon en met een bepaalde bedoeling gebruikt. Via de zin kan dan blijken of het negatief is bedoeld. Men moet de dingen volgens de historicus in de juiste perspectieven zetten. Hij vindt het ‘nonsens’ dat groeperingen nu een punt maken van het gebruik van deze woorden door ze als racistisch te bestempelen. Anderzijds vindt Hassankhan dat mensen het recht hebben om zelf te bepalen hoe ze genoemd willen worden bij het vaststellen van hun identiteit of etniciteit. Niemand zal het volgens hem leuk vinden om door een ander een etiket opgeplakt te krijgen. ‘Het moeilijke bij een woord is dat je een wet kan maken om het af te schaffen, maar tegen het gebruik ervan kan je weinig doen’, aldus de geschiedkundige.