Volgens de veroordeelde leerde hij een man op straat kennen en die zou hem gevraagd hebben om de vruchten voor hem mee te willen nemen. Hij zou de vruchten bekeken hebben en als christen nam hij deze mee. Bij zijn aanhouding vertelde de man dat de vruchten aan hem toebehoorde. Hij zou deze onder de markt gekocht hebben. Daarna beweerde hij dat hij de grapefruits van een man gehad had, maar dat hij slechts het telefoonnummer van die persoon kende.
Het Openbaar Ministerie (OM) eiste een celstraf van twee jaar tegen hem, een geldboete van SRD 5000 of subsidiair een hechtenis van vijf maanden. Het OM merkte op dat de drugs een straatwaarde van euro 60.000 heeft. Raadsman John Ferdinand die de veroordeelde bijstond, voerde aan dat zijn cliënt als voorganger de spullen heeft aangenomen. Daarnaast is hij voor het eerst in aanraking gekomen met justitie en hij is al 57 jaar oud. Hij vroeg de rechter om strafvermindering. Mettendaf benadrukte dat drugs vernietiging met zich meebrengt.