PARAMARIBO - Na ruim veertig jaar van verwoede pogingen een minimumloon, pensioenstelsel en ziektekostenverzekering voor iedereen in Suriname op te zetten, zouden burgers trots mogen zijn dat het eindelijk is gelukt. Dat vindt benadrukt Wilgo Bilkerdijk, voorzitter van de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (Asfa). Hij reageert op de goedkeuring van de 'sociale wetten' vrijdagochtend door het parlement.

"Iedereen die kritiek hierop heeft zou uit het land verbannen moeten worden, omdat zij het niet met het volk menen", vindt Bilkerdijk.

Ook Robby Berenstein, voorzitter van vakcentrale C-47, is blij met de wetten die vooral in het voordeel van de werkende klasse zijn. Hij maakt zich wel zorgen over mogelijke fouten die binnen kunnen sluipen "doordat de wetsproducten afgejast zijn."

Als organisatie die vooral kleine en middelgrote ondernemingen vertegenwoordigt, juicht Asfa vooral de structuur van de Pensioenwet toe. "Kleine en zelfs middelgrote ondernemingen die tweehonderd man tellen, zijn niet in staat pensioenfondsen te onderhouden", legt hij uit. Nu zal de Staat het centraal pensioenfonds beheren

De 47-jarige Usha Bhageloe ziet vooral de perspectieven voor haar echtgenoot die er al dertig jaar op heeft zitten als gezondheidsmedewerker en straks 70 procent van zijn laatst genoten loon als pensioen zal ontvangen. "Hij heeft hard gewerkt en verdient elke cent. Onze oude dag zal prettiger zijn omdat wij niet slechts afhankelijk zullen zijn van AOV", blikt zij optimistisch vooruit.

"Ik ben al zestig", zegt schoonmaakster M.T. die drie dagen per week moet werken om te overleven. Wanneer de Pensioenwet in werking zal zijn getreden zal zij recht hebben op SRD 825, AOV en het minimum pensioenbedrag van SRD 300.