Het Minov heeft driehonderd voorgesteld per toelage. Nu gelden bedragen van SRD 0,05 als ontberingstoelage en negentig SRD 90 standplaatstoelage. De inflatie en het omzetten van de munteenheid van Surinaamse gulden naar Surinaamse dollar heeft er toe geleid dat de ontberingstoelage sterk is verlaagd. Die toelage bedroeg vijftig Surinaamse gulden. "We willen de verhoging in oktober invoeren, maar Binnenlandse Zaken moet de verhoging in orde maken", zegt Bert Eersteling, hoofd Bureau Onderwijs Binnenland (BOB).
Het Minov wil met de verhoging van de toelages leerkrachten stimuleren om te kiezen voor het onderwijs in het binnenland. Behalve de ontberings- en standplaatstoelage krijgen leerkrachten een ontwikkelingspremie van 15, 25, 35 of 45 procent van het salaris, afhankelijk van de standplaats. Zo krijgt een leerkracht in Albina 15 procent en een collega in Kwamalasamutu 45 procent.
Volgens Eersteling hebben al ongeveer zestig leerkrachten zich aangemeld bij BOB en bij hem zelf. Hij verwacht op 15 september een beeld te hebben van het aantal nieuwe krachten. Er melden zich ook leerkrachten aan bij de onderwijsinstanties van de Evangelische Broedergemeente en het Rooms Katholiek Bijzonder Onderwijs. Door het tekort aan leerkrachten in onder meer Manlobi en Palumeu genieten deze plaatsen prioriteit.