Pandit Shaam: ‘Men kan geen eigen wereldorde samenstellen en vestigen’

De ambitie van de terroristen van IS (Islamitische Staat) reikt verder. Zij willen dat de islamitische wereld één wordt en dat de koloniale grenzen van de Britten en de Fransen in het Midden-Oosten worden uitgewist. Ook streven zij naar het stichten van een streng-islamitische staat, met leefregels die zijn gebaseerd op de sharia, in het grensgebied tussen Irak en Syrië. Pandit Shaam Binda van de Santan Dharm geeft in gesprek met Dagblad Suriname aan dat deze hindoe-organisatie elke vorm van geweld afkeurt. ‘Men kan geen eigen wereldorde gaan samenstellen en vestigen.’ Pandit Binda verwijst hierbij naar de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM). Hierin is aangegeven dat elk individu recht heeft om zelf te bepalen welk geloof hij/zij wil belijden, zonder onder druk te worden gezet.

VN moet hard optreden
De IS-organisatie richt zich specifiek op jonge tieners, daar zij meestal nog onvoldoende persoonlijke ontwikkeling of theologische kennis hebben om weerbaar te zijn tegen extremisme. Ze worden het meest beïnvloed door de sociale media, ronselaars in de buurt, en IS-liederen. Zo zijn ook jonge meisjes van 14 en 15 jaar in het oorlogsgebied terechtgekomen, waar IS fatwa’s heeft uitgegeven die de strijders het recht geeft om geslachtsgemeenschap te hebben met hen, door voor een nacht in een schijnhuwelijk te treden. Deze extremistische organisatie vermoordt op grote schaal onschuldige burgers zoals sjieten, alevieten, vrijzinnige moslims, christenen en kinderen. ‘Volgens het hindoeïsme heeft elk kind recht om verder in leven te blijven en zich verder te ontwikkelen’, vertelt pandit Binda. ‘Het is heel erg dat onschuldige kinderen gemarteld en gedood worden. Als een kind komt te overlijden door ziekte of ongeluk treft het een ieder, laat staan als een kind wordt vermoord’, aldus pandit Binda. Volgens Binda moet de Verenigde Naties hard optreden en het extremistisch dictatuur van de IS-organisatie beëindigen. Hierbij verwijst Binda weer naar het UVRM, waarin het eerste mensenrecht tevens grondrecht is: het recht op leven.

Farzana Abdoel