Het verlaat open gaan van de basisscholen kan consequenties hebben. In eerste instantie gaat een aantal lesuren verloren. Verder komt een verlate opening neer op geldverkwisting, indien ervan wordt uitgegaan dat de leerkrachten voor oktober voor de hele maand, dus ook voor de niet gewerkte dagen zullen worden betaald. Oktober valt binnen het basisonderwijs buiten de periode van betaald ‘verlof’, het is een werkmaand. In dit geval is de late aanvang buiten de risicosfeer van de onderwijzers. Ouders hebben het over het algemeen onder de gegeven omstandigheden wel kunnen klaarspelen om zich voor te bereiden op de schoolopening. De vraag rijst dan als het de ouders lukt om voorbereidingen te treffen, hoe het moeilijk gaat op het grootste departement. De kritiek is dat het steeds minder voorkomt dat door groei binnen de organisatie, geschikt kader in de leidinggevende posities komt te zitten. Het komt voor op Minov dat geschikt kader gefrustreerd afhaakt onder leidinggevenden die niet gekwalificeerd zijn. Opgemerkt moet worden dat het zelfs onder leiding van een PL-minister – die verweten wordt van zwak beleid – lukte om de scholen op 01 oktober open te krijgen. Voorts valt niet voor de geest te halen wanneer voor het laatst de scholen deuren gesloten hielde vanwege een vage organisatorische reden. Deze reden geeft aan dat er iets aan de hand is dat men niet kan delen met de burgerij. Dat betekent dus dat er wat aan de hand is met de coördinatie en het vermogen van de leidinggevenden op het hoogste niveau. In wezen is het operationele gedeelte wat de uitvoering betreft meer in handen van de onderwijsdirecteur. De minister houdt wel alles in de gaten en stelt regelmatig de belangrijke vragen en behandelt bottlenecks eventueel in RvM of bij de president. Een van de vragen die de minister ruim van tevoren moet stellen, is ‘of we zover zullen zijn om op 01 oktober te starten en wel landelijk’. De minister kan over het algemeen beleid samen met de afdelingen zitten om de zaak gemotiveerd en scherp te houden en om zijn commitment en prioriteiten te benadrukken. Regelmatiger wordt het overleg gevoerd door de directeur en dat is meer technisch en in detail over de puntjes op de i. Kinderziektes van voorgaande jaren worden daarbij steeds meegenomen ter preventie. Het onderhoud van de scholen dient in de vakantie te geschieden. Het vermoeden bestaat dat er op dit stuk mogelijk nog afrondend werk wordt verzet. De oorzaak van achterstallig onderhoud ligt bij de regering of het nou gaat om het voldoen van de betalingsverplichting of om het op tijd inschakelen van dienstverleners. De voorbereiding begint in principe al vanaf juni en het is standaardwerk, waarbij bijvoorbeeld in verband met andere muskietengerelateerde ziekten als dengue ook routinematig gekeken wordt naar broedhaarden. Het gezondheidsgedeelte van de voorbereiding (toiletten, muskieten, veiligheid op en rondom de school) is standaardwerk en geen issue waarmee we nu zitten. Wat de epidemie betreft die nu in relatie met de school wordt gebracht, is opvallend dat de regering slechts 1 miljoen uittrekt om de zaak aan te pakken, terwijl mensenlevens op het spel staan. Dat is veel minder dan de begrafenis van een granman. Bovendien zal men nu opeens beginnen in het binnenland, terwijl de meeste burgers in de kustvlakte wonen. Directe actie hier is uitgebleven en men verdedigt dat door te stellen dat protocollen in acht genomen moesten worden. In het geval van de epidemie kan Volksgezondheid verweten worden de zaak te hebben onderschat, hetgeen niet toelaatbaar is op zo een ministerie. Het mogelijk verlaat openen van de basis- en voj-scholen duidt op slechte coördinatie en voorbereiding binnen Minov. Het is frappant dat de minister en de directeur nu pas gaan afstemmen of de school op 01 oktober opent en dit 2 dagen daarvoor zal bekendmaken. Zijn er nu twee kapiteins op het schip?