De aanval die onze vroegere president Venetiaan (mister Marki) pleegt op zijn dochter vind ik zeer ongepast en eigenlijk niet thuishoren binnen de gelederen van de NPS. Wellicht heeft mevrouw Pengel onder andere de Amnestiewet willen aanroeren om deze als metafoor te gebruiken voor de ongehoorde aanvallen onder leiding van Venetiaan om haar vader ten val te brengen als vakbondsleider. Dat was toen ook een rechtvaardiging. Overigens is de Amnestiewet (1992) tot stand gekomen tijdens het presidentschap van Venetiaan zonder dat een rechterlijke uitspraak daaraan vooraf was gegaan om de gepleegde strafbare feiten te sanctioneren. Zodat voorts de aanname van deze wet eveneens aanvechtbaar is om amnestie te verlenen aan de betrokken criminelen. Genoemde wet is in 2012 wederom onterecht gebruikt om de termijn van amnestie te verlengen. Zodoende werd er amnestie verleend aan de misdadigers betrokken bij de Decembermoorden. Dit vermeld ik even terzijde! Uiteindelijk stelde de zeer aimabele premier Pengel zijn portefeuille ter beschikking aan de destijds door de kolonisatoren benoemde gouverneur H.E. Ferrier. Aan hem werd niet opnieuw de opdracht gegeven om een nieuw kabinet samen te stellen. De VHP won de verkiezingen en Jules Sedney werd premier, omdat Lachmon niet durfde uit eigen gelederen een persoon te benoemen. Vervolgens is volgens mij door deze daad definitief een einde gekomen aan de zo luidkeels gepropageerde Verbroederingspolitiek. Deze issue wordt nu in campagnes vaak ten onrechte gebruikt. Na de dood van Pengel kwam de onafhankelijkheid onder zeer ondemocratische omstandigheden tot stand in 1975 gevolgd door de Staatsgreep in 1980, de Decembermoorden in 1982 en voorts de Binnenlandse Oorlog tussen 1986 en 1992. Daarna brak er een tijd van een extravagant leven aan dat zijn weerga niet kent. Hoewel hierbij natievorming wordt gepropageerd, mag deze gerust een drogreden worden genoemd omdat de militaire dictatuur als splijtzwam fungeerde.
Zelf vind ik dat Venetiaan geen uiting heeft gegeven aan het begrip natievorming door ooit een andere etnische groep uit zijn combinatie de kans te geven om een presidentskandidaat voor te dragen; hierdoor is de pacificatiedemocratie (PD) definitief beëindigd. Hij is vijftien jaar lang president geweest. Waar is dit vandaag de dag nog mogelijk in een democratisch geregeerd land? Het systeem van de PD wordt door sommige wetenschappers eigenlijk als een onderdrukkingsmechanisme beschouwd, en als inherent antidemocratisch, mede omdat het de gevormde elites in de politieke partijen in staat stelt om hun autoritaire beleid uit te voeren. Bovendien moeten er compromissen worden gesloten. Bekend is dat toen president Bouterse geïnaugureerd moest worden als president, Venetiaan geweigerd heeft hem de ambtsketen te omhangen. Ook is hij ondanks zijn hoge leeftijd gewoon parlementariër gebleven en stond zo geen opvolging noch verjonging toe. Venetiaan als oud-voorzitter schaadt door zijn handelwijze – wellicht ongewild – de belangen van zijn partij zo kort voor de verkiezingen door een nazaat van eens zo’n grote persoonlijkheid als J.A. Pengel publiekelijk negatief te bespreken. Zelfs als zij verkeerd is geweest, vind ik dit ongehoord, omdat er nog zoveel andere mogelijkheden waren om het nu gerezen conflict op te lossen. Los van alle persoonlijke vuilsmijterij over en weer neem ik mevrouw Pengel wel zeer kwalijk dat zij in de media de achterban van de NPS oproept om zich aan te sluiten bij de NDP. Dat begrijp ik geenszins. Hoe kan zij dat een partij aandoen die boven alles, door haar vader is opgericht en die hij met zoveel inzet heeft geleid. Door haar handelingen werkt mevrouw Pengel met nog enkelen uit haar naaste familie bewust mee aan de ondergang van de NPS welke partij een gedachtegoed is van haar vader. Wellicht wil mevrouw Pengel, van wie wij gerust mogen aannemen dat zij een volwassen persoon is, een goed gesprek aangaan met de huidige integere en jongere leider van de NPS die alle lof en steun verdient voor zijn inzet om de partij wederom groot te maken en de glorie van weleer te geven. Ik doe mede namens vele anderen een dringend beroep op mevrouw Pengel om in ieder geval te stoppen met de aanvallen op de NPS die als partij opgericht in is 1946 een eerbaar monument genoemd mag worden onder al de politieke partijen in Suriname. Van welke partij mevrouw Irene Pengel zelf lid wil zijn, moet zij zelf weten maar de NPS moet zij met rust laten. De partij heeft genoeg andere hordes die op dit moment genomen moeten worden.
Robby Roeplall