PARAMARIBO - Leerkrachten die na schooltijd een ander werk doen of zij die in de middag een opleiding volgen, moeten dit met een werkgeversverklaring of een opleidingspas bewijzen, zodat ze vrijgesteld worden van de Naschoolse Opvang. Dit besluit is donderdag unaniem genomen tussen ontevreden leerkrachten en de vaste commissie Onderwijs van de Nationale Assemblee onder leiding van Melvin Bouva.

De groep begaf zich massaal naar De Nationale Assemblee om hun misnoegen te uiten over de wijze waarop het ministerie hen "verplichtte" om hun diensten te verlenen aan het programma. Het gaat om leerkrachten die geen vaste klas hebben (boven de formatie) en dus volgens het ministerie goed bevonden om de NSO te draaien. Echter gaf een groot deel van hen aan dat ze niet kunnen participeren omdat ze of een middagopleiding volgen na schooltijd of een bijbaan hebben.

Bouva noemde het gesprek constructief en prees de leerkrachten voor hun rechtvaardige strijd. Het onderhoud tussen de voorzitter van de vaste commissie Onderwijs in het parlement en de onderwijsgevenden vond achter gesloten deuren plaats en duurde bijna anderhalf uur. Tijdens het gesprek pleegde Bouva ook telefonisch overleg met minister Ashwin Adhin, waarna het uiteindelijk besluit aan de rest van de groep buiten is voorgelegd.

Groepscoördinator Ernesto Muller toonde zich samen met de leerkrachten ingenomen met het besluit. Behalve het onderwerp 'Naschoolse Opvang' werden ook andere logistieke onderwijsproblemen voorgelegd aan de vaste commissie. Bouva gaf mee dat de strijd nog niet ten einde is, maar dat andere noden in overleg met de minister verder bekeken worden.

De leerkrachten hebben vanaf donderdag de tijd om de gevraagde bewijzen te overleggen aan het Bureau Naschoolse Opvang. Het programma vangt maandag 10 november aan.