De relatie tussen Suriname en Nederland zal altijd gepaard gaan met emotie, zoals vaker het geval is bij ex-koloniën en voormalige moederlanden, zei Lackin. Een waarheid als een koe, als je het mij vraagt.
Misschien is het vanwege die emotie dat er afgelopen week in 'Bakana Tori', na de aanbieding van de geloofsbrieven door Ernst Noorman, zoveel reacties loskwamen. Het viel me op dat vooral Surinamers uit Nederland behoefte hadden te reageren op het goede nieuws en hun blijdschap met de luisteraars te delen. "Guno zou zeggen: "Het is zover! Big bigi aanbieding. Ernst tron ambassadeur. Suriname is blij!" Ik stuurde een app naar een vriend. "Opvallend veel Surinamers in Nederland bellen naar 'Bakana Tori' vandaag. Waren ze misschien bang dat Rutte de uitkeringen zou stopzetten, nu Bouterse president is?"
Voor u allerlei boze e-mails mijn kant opstuurt, het is maar een grapje.
In hun enthousiasme eisten de bellers ook nog dat minister Lackin excuses zou vragen voor de uitspraken van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen. Die had gezegd dat de president alleen welkom was in Nederland om zijn straf uit te zitten. Een beller opperde zelfs het idee dat Bouterse een schadevergoeding kon eisen. Weer iemand anders vond dat Suriname iets moest zeggen over het Sinterklaasfeest met zwarte Zwarte Pieten. Maar ook veel mensen lieten een waarschuwend geluid horen. Suriname moet op z'n hoede zijn. Politieke inmenging ligt op de loer. "Er schuilt immers altijd een addertje onder het gras bij deze witte mensen", zei een meneer. We maken ons erg druk om Nederland. Het zal de emotie wel zijn, zoals minister Lackin zei.
Als het gaat om bemoeienis van buitenaf in onze interne aangelegenheden, kijk ik liever een heel andere kant op. In de richting van China om precies te zijn. Zoals de ambassadeur meende onze minister van Justitie en Politie te moeten toespreken en bijna opdragen een beetje haast te maken met de verblijfsvergunningen voor zijn landgenoten, was stuitend. Verblijfsdocumenten in ruil voor spiegeltjes en kraaltjes in de vorm van een paar kantoorspullen. Alsof hij wilde zeggen: "San na plobleem ministel Belfolt. San teki yu so langa? No habi kantoolspullen fu plint velblijfvelgunning? Teki computel, teki plojectol, teki plintel. Now yu kan plint velgunning snel snel. Unu wloko na fesi k'ba. Meki velblijf k'ba in computel. Yu dluk soso plint, poti handtekening en plati gi mi kondleman."
En om Suriname er nog eventjes op te wijzen wie de baas is, werden de spullen ten overstaan van de nationale pers overhandigd. Vernedering tot op het bot, alsof Suriname geen geld heeft om zelf kantoorgerei te kopen. Ach ja, brutalen hebben de halve wereld, moet de Chinese ambassadeur hebben gedacht. Maar dat onze stoere minister Belfort van Justitie en Politie erbij stond alsof hij niet tot tien kan tellen, is nog veel erger. Als het braafste jongetje van de klas, knikte hij richting meneer de ambassadeur: "Ik zal alles doen wat ik kan doen om hun zaken in orde te maken". Opdracht van de president, voegde hij eraan toe. Het is dat de president een man is, anders had hij zeker een boze Abop-ondervoorzitter Cambiel aan de lijn gekregen: "Bouta, als je jezelf en Suriname toch door Bellie laat verkopen, doe het dan tegen een zo hoog mogelijke prijs en niet voor een bordje Chinese linzensoep.".-.