Naarmate het moment nadert, voel ik de adrenaline opborrelen. En als je dan zaterdagmorgen vroeg een telefoontje krijgt van Karin die zegt: Ey, het gaat spannend worden maandag. Ik zeg je! Dus bereid je goed voor!" helpt dat niet echt om het vizier op na het debat te richten. Gelukkig heb ik dat ene moment, elke zondagmiddag, tussen mij en mijn laptop. Een paar uurtjes de gedachten verzetten en in mijn hoofd de week de revue laten passeren en nadenken over wat komen gaat.
Srefidensi. Ik vind dat bij zo'n een dag altijd een stukje reflectie hoort. Conclusie: we kunnen het met z'n allen erover eens zijn dat WIJ het niet goed hebben gedaan. WE hebben te weinig gedaan om de potentie van Suriname te benutten. Op elk vlak, in elke sector en van iedere Surinamer. De weinige successen schrijf ik toe aan pure toevalligheden en een grote dosis geluk. Op Staatsolie na. Hoewel je je kunt afvragen wat er was gebeurd als het bedrijf ooit in andere handen was gekomen. Of het ooit goed komt? Tuurlijk, daar ben ik van overtuigd. Misschien dat wij het niet meer meemaken, maar onze kinderen nog wel. Ook al gebeurt het als ik 85 jaar ben, ooit zal de dag aanbreken. En dan zal ik als een kind zo blij zijn.
Kind en blij, kind en blij….hmm. Bij de woorden kind en blij denk ik tegenwoordig allereerst aan minister Belfort. Nu was het met de twee laptops, een printer en een projector al duidelijk dat zijn hand gauw gevuld is, maar het kan nog erger. Zelfs een lullig polshorloge en een eenvoudig armbandje doen onze crime-fighter al grijnzen van oor tot oor. Ik heb wel tien keer naar de beelden gekeken bij de assemblee om mezelf ervan te overtuigen dat het niet een of andere persiflage was. En de verhalen van collega-journalisten die aanwezig waren bij de 'Biertje op, laat je rijden'-campagne van Parbo hebben het alleen maar erger gemaakt. Er moet toch iemand zijn die deze megalomane minister stevig vastpakt en goed wakkerschudt?
Terug naar Srefidensi en de overtuiging dat het goed komt. Ik ben niet de enige met die visie. Zaterdagmorgen kreeg ik een e-mail van een vriend uit Monaco, ene Ronald Noble. Ik ken hem via Facebook. Hij is lyrisch over Suriname, en dat terwijl hij maar één keer hier is geweest. Hij wist me te vertellen over de gouddeals, de bruggen, de Naschoolse Opvang, de niet vrije vrije dag, de dalende criminaliteitscijfers, de spoorwegverbinding tussen Paramaribo en Onverwacht en internet op de universiteit. Ik belde hem op en vroeg waar hij dat allemaal had gelezen. "Nergens", antwoordde hij. Ronald voegde er nog aan toe dat zijn collega's uit Amerika, Rusland, China, Nederland, Italië, Frankrijk en Israël, om er maar een paar te noemen, ook razend enthousiast zijn. En dan vooral over minister Belfort.
"Maar hoe weet je opeens zoveel Ro?" riep ik verward. "Nou, Ik hoor sinds kort alleen maar geweldige verhalen over Suriname." Ik moest me even achter de oren krabben. "Hoe en waar dan?" Hij lachte. "Kijk, ik heb die Belfort van jou een pet, T-shirt, armbandje en een goedkoop horloge gegeven. En daardoor kan ik altijd meeluisteren. Op kantoor, in de ministerraad, bij de president, in de assemblee, in de auto, als hij gaat sporten, in bed en op partijvergaderingen." Ik moest diep ademhalen. "Ja, maar, al die anderen dan, hoe weten zij alles?" Ronald lachte plagerig. "Ook Zij luisteren mee Giwani, Ook Zij!".-.