Allereerst heb ik geen problemen met homo's, lesbiennes, transgenders en biseksuelen. Dat anderen moeite hebben met de levensstijl van de LGBT-groep, vind ik ook prima. Immers, waarom zou de ene liedjes mogen maken over hoe heerlijk het is om in alle vrijheid een eigen seksuele voorkeur erop na te houden, en de ander niet mogen zingen die levensstijl niet koosjer te vinden?Ik zou zeggen: jongens en meisjes en alles daartussen, ga je gang.
Waar ik mij wel enorm aan stoor zijn haatzaaiende, tot geweld aanzettende, beledigende en discriminerende teksten. Ik ben een groot voorstander van het vrije woord. Dat is waar wij in Suriname al sinds mensenheugenis voor vechten. Is het niet tijdens de slavernij, dan wel tijdens het staatstoezicht, of in de tijd van mensen als Louis Doedel en weer later, enfin u weet op welke periode ik doel. Daarom keur ik onderdrukking, in welke vorm dan ook, ten stelligste af. Je moet kunnen zeggen wat je vindt! Maar het vrije woord misbruiken om haat te zaaien en moord te prediken is walgelijk.
Wat moeten we nu met deze jongens. Ze 'ophangen' aan de hoogste boom? Daarmee raken we de kern van het probleem niet. Het zou symptoom- bestrijding zijn. Ze zijn slechts vertolkers van de gedachten die manifest zijn in het brein van een heleboel Surinamers. Ideeën waarvan ik over mijn nek ga! Is een straf dan op z'n plaats? Ik denk het wel. Gewoon om ze als voorbeeld te stellen. Doe ze als radio- en televisiestations, kranten en nieuwssites voor onbepaalde tijd in de ban. En boek ze vooral niet op uw feestje. Totdat ze tot inkeer komen en oprecht in het openbaar hun verontschuldigingen aanbieden aan de totale gemeenschap en in gesprek gaan met de groep die ze nu wegzetten als derderangs burgers.
Waar ik me ook aan erger, zijn al die mensen die proberen het gedrag van de jongens, en dan met name de jeugdparlementariërs, goed te praten of die zeggen de uitleg achteraf te begrijpen. Mensen zoals Priyah Sital, de voorzitter van het Jeugdparlement. Dat ze totaal ongeschikt is voor haar functie was mij allang duidelijk. De arme schat weet vaak niet eens waar ze het over heeft. Maar meer nog hekel ik mensen die zwijgen. Die bang zijn om zich uit te spreken. Die anderen de hete kastanjes uit het vuur laten halen. Ik heb het over opiniemakers, de minister van Sport- en Jeugdzaken, (jonge) leden van De Nationale Assemblee - soms met een verleden in het NJP -, de regering , de overige leden van het Jeugdparlement en collega's van de heren artiesten.
Zei de president op Onafhankelijkheidsdag niet dat we moet waken voor de etnische politiek van voor 25 november 1975 die dreigde de samenleving te verscheuren? Wat in dit lied wordt gepredikt is precies hetzelfde. Alleen maken we deze keer geen onderscheid naar aanleiding van iemands uiterlijk, maar op basis van wat die persoon wel of niet in zijn of haar eigen slaapkamer doet. Iets wat anderen geen ene moer aangaat. We slaan ons als Surinamers altijd op de borst hoe vredelievend we zijn, lopen elk jaar met duizenden de Antidiscriminatieloop en jeremiëren na driehonderd jaar nog steeds over hoe erg er door witte mensen op ons werd en wordt neergekeken. Ondertussen zijn we zelf geen haar beter. Misschien is ons motto te veel Hakuna Matata en is het de hoogste tijd om ons eens wel zorgen te gaan maken.