Brunswijk door de ogen van Amerika

NEW YORK, 6 maart 2021 – Amerika houdt Brunswijk nauwlettend en met argusogen in de gaten.

Ronnie Brunswijk blijft de gemoederen zowel nationaal als internationaal op een niet altijd even positieve wijze bezig houden.


Onlangs besteedde zelfs de gerenomeerde krant The New York Times (Amerika) in een zeldzaam groot artikel aandacht aan onze vice-president.

Alhoewel ons land klein is en mondiaal op de meeste vlakken niet heel veel voorsteld, worden de ontwikkelingen wereldwijd met grote interesse gevolgd. Het geruchtmakende verleden van Brunswijk speelt daarbij ogenschijnlijk een grote rol.

Omdat het bijna nooit voorkomt dat een Amerikaanse krant zo veel aandacht aan ons land besteed, is besloten het artikel uit het Engels te vertalen en hier te publiceren.

Het verhaal geeft een goed beeld van hoe de internationale gemeenschap naar de politiek in Suriname kijkt.

Terrorist, drugsbaron, goudmagnaat en sociaal hervormer?

MOENGOTAPOE – De vice-president van Suriname – Ronnie Brunswijk – heeft in het verleden veel geweld en agressie veroorzaakt. Nu wil hij echter vooral bekend staan als de man die de hernieuwde olierijkdom van het land eerlijk zal verdelen onder zijn eigen, arme bevolking.

In een absolute uithoek van Zuid-Amerika stopt een grote stoet zeer dure en exclusieve SUV's bij een klein dorp in de jungle. Een lange, dikke man volbeladen met zware gouden kettingen en gekleed in een veel te strak t-shirt stapt vol bravoure uit de grootste auto van het rijtje. Hij wordt enthousiast ontvangen door een koor van juichende, huilende en schreeuwende mensen - veelal slechts gekleed in een korte broek of lendedoek.

De man – Ronnie Brunswijk – is het kind van zelfvoorzienende boeren en heeft 50 jaar geleden het dorp Moengotapoe in het oosten van Suriname verlaten op zoek naar een beter leven. Hij keert nu terug als één van de meest rijke, machtigste en populairste mannen van Suriname. Hij komt elektriciteit leveren aan zijn eigen gemeenschap, bestaande uit de afstammelingen van mensen die eeuwen terug aan de slavernij zijn ontsnapt – beter bekend als Marrons.

Een cynische kanttekening hierbij is dat dezelfde man zijn eigen dorp ooit heeft vernietigd en ontdaan van alle technische infrastructuur. In de jaren '80 van de vorige eeuw vocht hij een zeer bloederige drugsoorlog uit met ex-president Desi Bouterse. Deze strijd werd gevochten over de hoofden van dezelfde bevolking die hem nu als held onthaalt. De elektriciteit die vandaag wordt aangesloten, is hun door Brunswijk in diezelfde burgeroorlog ooit afgenomen - maar niemand lijkt het zich te herinneren.

Brunswijk heeft veel geld, goud, drugs en kinderen

De heer Brunswijk heeft in eigen land een uitgebreid strafblad en werd vorig jaar de eerste Marron die de functie van vice-president bereikte in dit kleine en goed verborgen Zuid-Amerikaanse land. Suriname is gelegen tussen de Atlantische Oceaan en het Amazone-regenwoud. Behalve vice-president en ex-voorzitter van het parlement is hij ook nog een elite-parachutist geweest, een voetballer, landelijk gezochte bankrover, een guerrillaleider, internationale drugsdealer, een goudbaron en vader van minstens 75 kinderen.

Zijn moeder heeft gezegd dat hij zoveel nakomelingen heeft, dat onbekende mensen haar vaak vragen om geld en steun, omdat ze beweren haar eigen kleinkinderen te zijn. Brunswijk weet echter zelf niet precies hoeveel kinderen hij heeft en wie ze zijn.

Alles wat ik heb, geef ik aan de mensen.

Mijn hele vermogen zal ik inzetten om iedereen rijk te maken.

Al van kinds af aan wilde ik anderen helpen.

Ik heb nu de kans om het hele land naar rijkdom te brengen.

— Ronnie Brunswijk
(vice-president Suriname)

Brunswijk is internationaal veroordeeld voor drugshandel in Europa en heeft in eigen land aan de basis gestaan van een bloedige burgeroorlog. Door zijn zogenaamde vrijgevigheid kreeg hij tijdens de burgeroorloog de bijnaam "Robin Hood" en een bijna grenzeloze aanbidding en verering van zijn volgelingen. Maar veel Surinamers twijfelen aan de bron van zijn rijkdom en zijn echte politieke motieven.

In veel opzichten belichaamt de heer Brunswijk de tegenstrijdigheden van de kleine, insulaire samenleving van Suriname. Hier zijn scheidslijnen tussen helden en schurken in beweging en wordt de geschiedenis door leugens en bedrog onmiddellijk een mythe. Men wordt er geleerd dat het (om de sociale vrede te bewaren) beter is niet te veel vragen te stellen en nooit kritisch te zijn op de mensen met macht.

Moengo / Suriname
– een rioolproject in opdracht van Brunswijk –

Gekleed in een weelderig pak en stropdas heeft Brunswijk de uitstraling van een imposante staatsman, die zijn verarmde natie leidt naar olierijkdom uit nieuw ontdekte offshore-afzettingen. Ook zegt hij het leven van de gemarginaliseerde Marron-minderheid van Suriname te willen verbeteren.

Het is een grimmige make-over voor een man die ooit geld uit een helikopter strooide om stemmen te winnen en wiens foto internationaal vooral bekend staat als gezochte misdadiger.

Ook in Suriname zelf heeft Brunswijk een uitgebreid strafblad, opgebouwd in de jaren van de Surinaamse militaire dictatuur, die officieel eindigde in 1988. Zijn latere misdaden zijn nooit onder de rechter gekomen, maar zijn niet gestopt toen de oorlog werd beëindigd.

Zijn onwaarschijnlijke levensverhaal is in veel opzichten het verhaal van Suriname's turbulente reis door economische crisis en politiek geweld. De kleine en zeer arme natie is ontstaan ​​als relatief welvarend land uit het Nederlandse koloniale bewind na 1975.

Brunswijk heeft een crimineel en gewelddagige geschiedenis.

We zouden naar deze geschiedenis kunnen kijken en dat als een barrière kunnen zien.

Maar ik kijk liever uit naar een betere toekomst.

We zijn twee broeders en leiders en toevertrouwd om samen deze natie te redden.

— Chandrikapersad Santokhi
(president Suriname)

De huidige president van het land is een voormalig politieagent die Brunswijk in de jaren tachtig notabene als voortvluchtige misdadiger opspoorde en tijdelijk achter de tralies kreeg. Vorig jaar heeft dezelfde man hem gevraagd een ​​coalitieregering te vormen.

President Chan Santokhi
– bezoek aan de geboorteplaats van Brunswijk –

De heer Brunswijk werd geboren in een gezin van meer dan 10 kinderen in één van de armste streken van Suriname. Het gezin leefde voornamelijk van de rijst, cassave en bananen die ze uit de arme zandgrond wisten te verbouwen. Af en toe kwam er vlees van de wilde dieren die meneer Brunswijk en zijn broers met messen in de nacht beslopen.

Het leven was niet geweldig.

We moesten worstelen om te overleven.

Maar Ronnie heeft iedereen gelukkig gemaakt.

— Agnes Brunswijk
(moeder van Ronnie)

De moeder van Brunwswijk zegt dat de grote omvang en de schaarse middelen van het gezin de heer Brunswijk al op jonge leeftijd leerden om met anderen te delen, een eigenschap die zijn kenmerk zou worden. Hij was een ondeugende jongen, zegt ze, die vocht met naburige kinderen, maar ook brandhout hakte voor ouderen en zijn hele leven lang al goudeerlijk is.

Agnes Brunswijk
– op haar veranda te Moengotapoe –

Het leven van de heer Brunswijk veranderde toen een rooms-katholieke priester hem, als enige van zijn broers en zussen, uitkoos om op 10-jarige leeftijd naar een kostschool te gaan in een nabijgelegen dorp.

Gestudeerd heeft Brunswijk nooit echt, maar uiteindelijk belandde hij in de kleine hoofdstad - Paramaribo. Daar werd hij in 1980 opgeroepen om dienst te doen in het nieuwe, illegale leger van Suriname onder leiding van Desiré Bouterse. Deze drugscrimineel en militaire dictator had onlangs op bloederige wijze de macht gegrepen met de belofte om de zogenaamde corruptie van post-koloniale heersers (Nederland - redactie) weg te vagen.

Uitverkoren door zijn fysieke kracht, werd de heer Brunswijk 1 van de eerste 12 parachutisten van Suriname en werd hij voor militaire training naar Cuba gestuurd. Vanwege zijn trouw en aan vriendschap grenzende loyaliteit aan Bouterse werd hij al snel uitgekozen als zijn persoonlijke lijfwacht.

De twee mannen kregen een hechte band gebaseerd op vriendschap en wederzijds respect, maar Brunswijk zei later dat hun relatie verzwakte toen de dictator politieke tegenstanders begon te vermoorden. Ook zou er hard zijn opgetreden tegen de onafhankelijk denkende Marron-gemeenschappen.

Lichtgekleurde mensen accepteren geen orders van zwarte mensen.

Op een dag was ik daar klaar mee, het was genoeg geweest - ik nam het heft in eigen hand.

— Ronnie Brunswijk
(vice-president)

Na de vrienschappelijke breuk en daaropvolgende splitsing is de geschiedenis van Suriname bepaald door deze ooit gezworen kameraden - Brunswijk en Bouterse.

Een speeltuin in Moengotapoe
– de armste streek van Suriname –

De heer Brunswijk verliet het leger in 1984, ging op de vlucht voor zijn misdaden en begon zijn Robin Hood-mythe op te bouwen. Hierbij kreeg hij onder andere een veroordeling voor meerdere bankovervallen, gewapende diefstal en verkrachting. Tegelijkertijd bouwede hij een positieve reputatie op onder Marron-dorpelingen vanwege het feit dat hij hun veel van het gestolen geld gaf en beschermde tegen het drugsleger van Bouterse.

Brunswijk heeft zelf altijd ontkend deze misdaden te hebben begaan en zei dat de veroordelingen deel uitmaakten van de poging van Nederland om hem in diskrediet te brengen. Zonder details of bewijzen te geven, zgt hij dat al zijn geschenken afkomstig zijn van het geld dat hij verdiende bij een toevallig gevonden goudmijn.

Hij werd uiteindelijk gevangengenomen, maar wist te ontsnappen en vluchtte naar Nederland, waar hij zich aansloot bij Surinaamse politieke ballingen. Zij beraamden de omverwerping van de heer Bouterse en Brunswijk besloot zich daarvoor met geweld in te willen zetten.

Brunswijk keerde in 1986 terug naar Suriname en ontketende een zeer bloederige en agressieve, gewapende opstand - waarbij hij het bevel voerde over een illegale troepenmacht. Deze groeide uit tot ongeveer 1.200 man in een drugsoorlog die zes jaar duurde en veel doden tot gevolg had. Wat hem aan intellect, militaire ervaring en strategische visie ontbrak, compenseerde hij met pure kracht en geweld, zeggen diverse oorlogsveteranen.

Hij had een sterke geest in zich.

Hij hoefde geen mensen te betalen.

Iedereen wilde gratis voor hem vechten.

— Petrus Adam
(voormalig rebellencommandant)

De bonte stoet aan bewapende mannen slaagde erin de regering tot stilstand te brengen en hielp indirect om Suriname's terugkeer naar de democratie op gang te brengen. Maar het politieke compromis ging ten koste van honderden doden, grote zelfverrijking, corruptie tot op het bot en de volledige vernietiging van de Surinaamse economie. Tot op de dag van vandaag is de jonge natie niet hersteld van alle schade die de heer Brunswijk heeft aangericht in die tijd.

Petrus Adam
– oud rebellencommandant –

De oorlog was ook het begin van de beschuldigingen dat de heer Brunswijk betrokken was bij grootschalige, internationale drugshandel, omdat beide partijen zich tot cocaïne wendden om het conflict te financieren en in hun voordeel te beslechten, zeggen (buitenlandse) critici, journalisten en historici.

In 1999 veroordeelde een Nederlandse rechtbank de heer Brunswijk bij verstek voor het runnen van een geavanceerde cocaïnesmokkelorganisatie. Een soortgelijke veroordeling volgde een jaar later ook in Frankrijk. Brunswijk wordt sindsdien internationaal gezocht en kan geen stap in het buitenland zetten, maar ontkent zelf standvastig elke betrokkenheid bij deze drugshandel.

Hij zei dat zijn fortuin in plaats daarvan afkomstig was van concessies voor hout- en goudwinning die hij na de oorlog had verkregen. Zijn eerste onderneming was een houtzagerij, die hij opzette met een bedrijfssubsidie ​​van de in zijn ogen zeer corrupte Nederlandse overheid.

Hij gebruikte het geld om de politiek in te gaan, het kleine maar cruciale Marron-stemaandeel om te kopen en de "koning" te worden in het parlementaire kiesstelsel van Suriname. Hij werd vorig jaar herkozen in het parlement en vormde een coalitieregering met de heer Santokhi, de huidige president.

Als politicus blijft Brunswijk de Surinamers in nood helpen, betaalt hij als het hem uitkomt medische rekeningen, begrafenissen en huizen en verdient hij hiermee de toewijding van de Marron-gemeenschappen.

De vaak door corruptie en nepotisme ingegeven hulp varieert van extra-vagant tot zeer aangrijpend. Hij heeft illegaal veel nieuwe auto's gekocht voor de hele ploeg van een lokaal voetbalteam dat hij ook nog eens bezit. Maar hij hielp ook veel vluchtelingen na de oorlog terug te keren naar de dorpen die hijzelf heeft vernietigd.

Het Ronnie Brunswijkstadion
– een voetbalveldje in zijn geboorteplaats –

Zijn tegenstanders zeggen dat de giften aan de kiezers van de heer Brunswijk alleen maar afhankelijkheid in de hand werken, zonder een echte weg naar zelfverbetering te bieden. Maar zijn aanhangers zeggen dat het goede doel een reddingslijn is in een land zonder enige vorm van sociale bescherming. Elke dag komen er arme mensen naar zijn kantoor in de hoofdstad om hem te smeken voor geld, goud en medische middelen.

Dit is een historisch moment.

Het dorp waar ik ben geboren heeft elektriciteit.

Ik heb dit altijd al willen realiseren.

Nu ik de vice-president ben, kan ik alles doen wat ik wil.

— Ronnie Brunswijk
(voormalig guerrillaleider)

De heer Brunswijk hoopt nu zijn hoge functie te gebruiken om een ​​echt sociaal vangnet in Suriname te bouwen en om basisinfrastructuur te brengen naar de afgelegen gemeenschappen die al eeuwenlang door de Nederlandse overheersers van het land zouden zijn genegeerd.

Bron : The New York Times (Amerika)


— UW MENING —

Klopt het beeld dat Amerika van Brunswijk schetst?


Wilt u reageren op de vraag?

Lees verder in de gratis app!