De TRIS – hitte, stank en totale uitputting

PARAMARIBO, 15 augustus 2021 – Deze zomer is het 25 jaar geleden dat de opkomstplicht voor dienstplichtigen in Nederland werd opgeschort.

Bij 17-jarige jongens en meisjes ploft in Holland vandaag de dag nog wel de brief van inschrijving op de deurmat, maar zij hoeven niet meer op te komen voor militaire training.

Dat was vroeger wel anders in ons voormalig moederland.

Diensttijd in Suriname en ontspanning in Nederland

Jaarlijks vervulden zo’n duizend Nederlandse jongemannen hun dienstplicht niet in Nederland, maar in Suriname.

TRIS – troepenmacht in Suriname

De Tris, het Prins Bernhard Kampement, Zanderij en colakreek.

De ogen van Henk van der Meijde lichten op bij zijn eigen vertellingen. De 75-jarige Wageninger vervulde zijn diensttijd eind jaren 60 in Suriname.

Ik voelde me thuis

Tot 1975 voeren jaarlijks zo’n duizend jonge Nederlandse mannen naar Paramaribo voor de dienstplicht.

Daar koos je zelf voor.

Ik was vóór mijn diensttijd naar Nieuw-Guinea geweest voor ontwikkelingshulp.

Ik bleek mij erg thuis te voelen in de tropen.

Nederland had toen geen militairen meer in Nieuw-Guinea, wel in Suriname.

Voor mij was de keuze niet moeilijk.

Henk van der Meijde
oud trisser

De taak van de Tris (Troepenmacht in Suriname) was beveiliging van de toenmalige Nederlandse kolonie in Zuid-Amerika.

De hoofdkazerne was het Prins Bernhard Kampement aan de Verlengde Gemenelandsweg in Paramaribo.

Verder waren er kampementen in Zanderij, Albina, Nickerie en Brownsweg.

"Het was een fysiek zware, maar ook prachtige tijd", zegt Van der Meijde. "In colakreek gingen we zwemmen. Dat water was zo bruin als cola."

De TRIS beschermde ons land tegen invallen

Ger Loeffen uit Beuningen (Nederland) – lichting 70-6 – beschrijft zijn ervaringen in "dit mooie land" als volgt;

De altijd aanwezige drukkende zeiknatte hitte, de stank van zweet en de totale uitputting na een patrouille van een week door het ondoordringbare oerwoud.

Het waren zoveel indrukken.

Nederland was héél ver weg.

Ger Loeffen
oud Trisser

Van der Meijde onderschrijft het bovenstaande in zijn eigen woorden.

We deden heel weinig

"Suriname was heel mooi. Maar eerlijk gezegd deden we er ontzettend weinig."

"Onze dagelijkse taken? Veel wachtlopen en een oogje houden op de dorpen in de jungle. En kijken of de wegen er nog lagen en of er nog water door de rivier stroomde."

Je deelde toen lief en leed met elkaar

"Meer was het echt niet. Je liep er voor jan met de korte achternaam."

Na een korte basisopleiding in Nederland volgde in Suriname drie maanden tropenopleiding.

Kapotte hangmatten

"Daar leerden we welk hout je moest hebben voor je hangmat en meer van dat soort dingen."

"En bamboestokken voor het opzetten van je veldbed. Dat laatste ging overigens lang niet bij iedereen goed", grinnikt Van der Meijde.

De jungle
– werkgebied van de TRIS –

"Er was een soort riet dat precies op bamboe leek, maar dat absoluut niet zo sterk was. Als je die stokken door je veldbed stak en erop ging zitten om je schoenen uit te trekken, zat je zo met je kont op de grond."

Saamhorigheid

De saamhorigheid van de dienstplichtige jongens groeide in de jungle met de dag. Ver van huis, de meesten amper 18 of 19 lentes jong.

Arnhemmer Wim Smits – lichting 69-3 – looft in zijn beschrijving van zijn diensttijd in Suriname het kameraadschap.

Een heel jaar, zonder verlofperiodes, met je maten optrekken, betekent in de praktijk dat je er zo’n dertig broers bij krijgt.

Want de term ‘dienstkameraden’ dekt de lading dan niet meer.

Je deelt lief en leed met elkaar; ontberingen, lol, maar ook ruzies, verveling, heimwee en geldtekorten.

En nu, meer dan vijftig jaar later, zijn de gezamenlijke herinneringen nog steeds reden om elkaar van tijd tot tijd op te zoeken.

Wim Smits
oud Trisser

Ook Van der Meijde ontmoet zijn voormalige dienstmakkers nog regelmatig.

Tot corona de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie in Zwijndrecht de laatste twee edities onmogelijk maakte.

"Hopelijk kan het komend jaar weer, want ik vind dat samenkomen geweldig."

Prachtig land

Bij de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 werd de Tris opgeheven.

De gebouwen en het materieel gingen over naar de nieuwe Surinaamse Krijgsmacht en de Prins Bernhardkazerne werd omgedoopt tot Memre Boekoekazerne.

Meanderende rivier
– jungletraining –

Van der Meijde herinnert zich het moment bijna 46 jaar geleden nog goed.

Maar ik voelde daar toen niets bij en nu nog steeds niet.

Echt onafhankelijk zijn ze in mijn ogen nooit geworden, want ze vragen Nederland nu nog om geld.

Dat is geen onafhankelijkheid, wat mij betreft.

Maar Suriname blijft een prachtig land.

Henk van der Meijde
oud Trisser

Bron : de Gelderlander (Nederland)


— UW MENING —

Wat vindt u van ons hedendaagse leger en haar manschappen?


Wilt u reageren op de vraag?

Lees verder in de gratis app!