(ingezonden) Nederland moet ons redden

PARAMARIBO, 3 oktober 2021 – "Ik bent het symbool van het nieuwe Suriname." Met deze woorden richtte onze president Chan Santokhi zich enkele weken geleden tot een handvol Nederlandse parlementariërs

Geen contact meer

Hij beloofde in ons land vorig jaar niet alleen een einde te maken aan tien jaar beleid door zijn voorganger Desi Bouterse, maar ook aan tien jaar diplomatieke radiostilte tussen Suriname en Nederland.

Het laatste Surinaamse staatshoofd dat Nederland bezocht was Ronald Venetiaan in 2008.

Bouterse – democratisch gekozen president tussen 2010 en 2020 – liet zich niet zien, mede door een veroordeling wegens drugshandel en zijn rol in de Decembermoorden.

Nederland is veroordeeld

Suriname is tot Nederland "veroordeeld", volgens Santhokhi.

Bouterse heeft bijna veertig jaar ons land geregeerd en toen was het moeilijk om invulling te geven aan die band. De onafgebroken stroom van hulp uit Nederland naar Suriname raakte onder Bouterse enigzins verbroken.

Daarvoor was Nederland betrokken bij tal van bouw– en renovatieprojecten in Suriname die de afgelopen jaren allemaal zijn stopgezet of mislukt vanwege gebrek aan planning en onderhoud.

Bijna alle Nederlandse hulp is verdampt

Onder president Santokhi komt de hulp vanuit de Noordzee weer op gang en dat is volgens hem meer dan goed nieuws.

In ons land stuit Santokhi inmiddels wel steeds vaker op de nodige teleurstelling.

Van zijn campagnebeloftes is tot op heden niets terechtgekomen.

Ook onder zijn eigen regering wordt Suriname geplaagd door extreme vormen van nepotisme, armoede, corruptie, criminaliteit en een loodzware staatsschuld.

De coronacrisis, die hard toesloeg in het land, heeft de zaak er niet beter op gemaakt. Daarnaast heeft Santokhi veel familie en vrienden zonder opleiding, papieren of kennis op cruciale posten neergezet.

Brunswijk en Bouterse

Tevens heeft hij voormalig drugscrimineel en terrorist Ronnie Brunswijk gepromoveerd tot vice-president en daarmee carte blanche gegeven om zijn corrupte praktijken en tentakels nog verder in de samenleving uit te rollen.

Toch zou het een vergissing zijn als Nederland ons land niet blijft helpen en ondersteunen. Als Santokhi faalt, kan Bouterse net als indertijd via democratische weg terugkomen.

Wij gaan zelf over wie we kiezen als president en het is aan Santokhi om te bewijzen dat hij wil breken met het verleden, al stemmen de voortuitzichten en resultaten van zijn huidige beleid weinig positief.

Nederland moet ons geld en hulp blijven geven

Hulp uit Nederland is onder de Surinamers een gevoelig onderwerp.

Bij de onafhankelijkheid in 1975 werden zogeheten verdragsgelden overeengekomen, maar in de jaren daarna bleken die vaak een drukmiddel als er iets in Suriname gebeurde wat Nederland niet beviel.

Los daarvan zijn de Nederlandse miljarden inmiddels verdampt, het grootste gedeelte zelfs al binnen 5 jaar na de Onafhankelijkheid.

"Gelijkwaardige" partners

Hoe onlogisch het ook is, Nederland moet Suriname wel proberen te behandelen als een gelijkwaardige partner.

Nederland moet gezien de bijzondere band daarbij nog genereuzer zijn naar ons land, nog meer geld, steun en hulp geven, maar ons tegelijk wel volledig vrij laten en volwassen benaderen.

Bron : NRC Handelsblad (bewerkt door Suriname Nieuws)


— UW MENING —

Moet Nederland ons helpen, of kunnen we dat zelf?


Wilt u reageren op de vraag?

Lees verder in de gratis app!