✉️ (ingezonden) Moison : Suriname kaalgeknipt?

✉️ (ingezonden) Moison : Suriname kaalgeknipt?

PARAMARIBO, 7 mei 2023 – Suriname is eindelijk met het Euronote Creditor Committee tot een principeovereenkomst gekomen over herstructurering van een deel van de staatsschuld.

Lange onderhandeling

Specifiek betreft het hier de twee obligatieleningen die Suriname heeft geplaatst.

Eindelijk, want de onderhandelingen duurden zo’n tweeëneenhalf jaar.

Het is nog niet volledig definitief, want het is "slechts" een bereikte principeovereenkomst.

De vijf leden van het Euronote Creditor Committee vertegenwoordigen echter ongeveer 75% van de uitstaande schuld.

Het voorstel zal waarschijnlijk dan ook met een positief advies aan de andere obligatiehouders worden voorgelegd die vervolgens hun oordeel moeten geven.

Hans Moison
publicist

Het betreft hier verder een deel van de staatsschuld, namelijk de hoofdsom en de achterstallige betalingen bedragen ongeveer USD 880 miljoen.

De overeenkomst is niet definitief en betreft een klein deel

Dat is nog minder dan een kwart van de staatsschuld die de regering in de schoot geworpen kreeg.

Haircut

Er is veel jargon in het nieuws de laatste tijd.

Het begrip haircut valt op.

Moet iemand naar de kapper?

Bij de obligaties wordt hiermee bedoeld de 25% waardevermindering.

Hans Moison
publicist

Suriname is niet in staat om alle rente en aflossing op tijd te betalen. Dan heeft het weinig zin om daarop te wachten.

De obligatiehouders nemen genoegen met wat minder, in de hoop en verwachting dat Suriname dat wel kan betalen.

De schulden zijn onbetaalbaar voor een land als Suriname

Als compensatie voor deze strop is Suriname verplicht een deel van de toekomstige olieopbrengsten aan hen te betalen.

Met een beetje geluk is de haircut uiteindelijk minder dan 25%.

Santokhi te optimistisch

President Santokhi zei dat het akkoord met de obligatiehouders een einde van de default-status – de status van wanbetaler – van Suriname betekent.

Daarmee loopt hij op de zaak vooruit.

Het akkoord moet eerst door alle obligatiehouders worden geaccepteerd. Daarna moet blijken of Suriname zich aan de nieuwe afspraken houdt.

De race is net begonnen en Santokhi ziet de finish al liggen

Wanneer dat zo is, bepalen de kredietbeoordelingsbureaus of Suriname weer een kredietwaardige partij is, niet de president.

Terugblik

Over welke obligaties gaat het ook alweer?

‘Leendert’ Hoefdraad – de immer voortvluchtige ex-minister van Financiën – was altijd naarstig op zoek naar geld voor de toenmalige regering met een gat in de hand.

Hij wist twee obligatieleningen te plaatsen, waarvan deskundigen toen al vermoedden dat de rentebetalingen en aflossingen niet zouden kunnen worden opgehoest.

  1. USD 550 miljoen (rente 9,25%) – looptijd van 2016 tot 2026;
  2. USD 125 miljoen (rente 9,87%) – looptijd van 2019 tot 2023.

De investeringsbank Oppenheimer & Co was verantwoordelijk voor de emissie van de leningen, waardoor deze dikwijls worden aangeduid als Oppenheimer-leningen.

Het spreekt voor zich dat Suriname niet van Oppenheimer heeft geleend, maar van de beleggers die de obligaties hebben gekocht.

De rentetarieven van de leningen zijn hoog maar niet excessief.

Het effectieve rentetarief voor de tweede lening lag evenwel wat hoger, omdat de uitgifteprijs van de obligatie niet 100% was, maar 95,000422% (ja, werkelijk).

Er is geknoeid, gespeeld en gelogen met de boekhouding

Uiteindelijk werd het nominale rentetarief zelfs verhoogd met 3% tot 12,875%, na gestuntel door de toenmalige minister van Financiën.

Strenge voorwaarden

In de voorwaarden van de obligatielening van USD 125 miljoen was vastgelegd dat Suriname de dividendbetalingen door Staatsolie en de royaltybetalingen door Rosebel goudmijn, Saramacca goudmijn en Bronkolonko goudmijn als "garantie / onderpand" op een speciale bankrekening zou laten storten.

Bij in gebreke blijven van Suriname zou de rente met 3% worden verhoogd.

Geld en olie
– schuldaflossing Suriname –

De toenmalige regering had de Centrale Bank van Suriname tot omvangrijke monetaire financiering aangezet.

Zo ongeveer alle grondstoffen zijn in onderpand gegeven

Om nog meer geld vrij te maken verkocht de regering op 1 november 2019 het recht op de royalty’s over 15 jaar van IAMGOLD aan de Centrale Bank.

Onteigend

De Staat Suriname was dus geen eigenaar meer van deze royalty’s en kon deze niet inbrengen als zekerheid.

Hoefdraad bedacht een list waarbij de overgedragen royalty’s toch op deze speciale bankrekening zouden worden geboekt, zodat het zou lijken alsof Suriname wel voldeed aan de voorwaarden.

Met deze valse voorstelling van zaken heeft Hoefdraad menigeen op het verkeerde been gezet.

Uiteindelijk werd de rente dan ook met 3% verhoogd naar 12,875%.

Wat is bij de herstructurering bereikt?

Suriname hoeft minder terug te betalen, tegen een lagere rente en mag er langer over doen.

Op korte termijn krijgt Suriname adem, op lange termijn niet

Maar... de obligatiehouders krijgen recht op een deel van de olieopbrengsten uit het zogenoemde ‘blok 58’ – dit zodat hun verlies nog weleens mee zou kunnen vallen.

Belangrijkste punten

En hoe ziet zo een value recovery instrument eruit?

De eerste USD 100 miljoen aan royalty’s uit blok 58 zijn voor de Staat Suriname.

Toekomstige inkomsten zijn nu al uit handen gegeven

Van het meerdere gaat tot 31 december 2050 30% naar de obligatiehouders, tot een bepaald maximumbedrag.

Rekenkundig chaos

Hiervoor is bepaald wat het oorspronkelijke nominale verlies voor de obligatiehouders per 15 mei 2023 zal zijn (in afgeronde bedragen); USD 880 miljoen minus USD 650 miljoen, dus USD 230 miljoen.

Geld en olie
– schuldaflossing Suriname –

Dit bedrag wordt om onduidelijke reden vermenigvuldigd met 1,2 tot USD 277 miljoen, zijnde het bedrag dat Suriname onder dit instrument in beginsel aan de obligatiehouders verschuldigd is.

En dat moet weer verhoogd worden met de 9% rente over het niet betaalde deel hiervan.

Suriname "eiste" 70% korting, maar krijgt nu bijna niets

Het totaal aan betalingen onder dit instrument zal echter nooit hoger zijn dan tweeënhalf maal USD 277 miljoen, dus USD 692,5 miljoen.

In de beginfase van de onderhandelingen vereiste de Surinaamse regering een haircut van 70% van de obligatiehouders.

Het was al snel duidelijk dat de obligatiehouders toen niet veel verder wilden gaan dan een korting van 10%.

Na de lange en moeizame onderhandelingen is een haircut van 25% overeengekomen en een recht voor de obligatiehouders op een deel van de olieopbrengsten.

Olie "waardeloos"

Wanneer de olieopbrengsten uit blok 58 niet tegenvallen, snoepen de obligatiehouders er flink van mee en is uiteindelijk geen sprake van een haircut.

Hoe meer olie men oppompt, hoe meer verlies we draaien

Wanneer de olieopbrengsten nog hoger zijn, ontvangen de obligatiehouders zelfs aanmerkelijk meer geld dan waarop zij oorspronkelijk recht hadden.

Het is natuurlijk onzeker wat blok 58 zal gaan opleveren, maar een haircut van 25% is het meest negatieve scenario.

De schuldeisers gaan hoe dan ook de grote winnaar zijn

Na een knipbeurt bij de kapper is het haar zo weer op volle lengte.

De obligatiehouders kijken nu al hoopvol uit naar de exploitatie van blok 58.

Bron : Hans Moison / persoonlijk blog


— UW MENING —

Is de regering te optimistisch over het "behaalde" resultaat?


Wilt u reageren op de vraag?

Lees verder in de gratis app!