PARAMARIBO, 31 mei 2023 – TotalEnergies wordt gezien als ons "gouden ticket" om een Guyana-achtige oliewinning op gang te brengen.
Maar de realisatie van onze droom blijkt uitermate traag te verlopen.
Waarom?
We wachten nog steeds op een definitief investeringsbesluit (FID) voor ons offshore Blok 58.
Hier hebben Total (de exploitant), en APA Corporation meer dan drie en een half jaar geleden olie vonden.
In die drieënhalf jaar heeft Total vervolgens niets gedaan in Suriname an al zijn investeringen elders uitgebreid.
Het is belangrijk op te merken dat zowel Irak als Mozambique al jaren olie en gas produceren en over miljarden winbare voorraden beschikken.
Guyana heeft zich ontwikkeld en profiteert van onze slaap
In Suriname is de situatie totaal anders.
Er is bij ons geen offshore olieproductie, zoals dat vijf jaar geleden in Guyana al wel het geval was.
De inzet van Suriname is volledig gericht op Total.
Indien Total besluit niets te doen, heeft ons land geen toekomst meer.
En het begint met een beslissing over de te maken investering. Maar de reis van Total naar FID is niets minder dan hobbelig geweest.
De belangrijkste obstakels waren de problemen met het begrip van de ontdekte reservoirs en de discrepantie tussen de seismische gegevens en de resultaten van de exploratieboringen.
Suriname wacht passief op Total die wellicht niets gaat doen
De laatste update van Total was dat het bedrijf met succes twee ontdekkingen heeft gecombineerd tot een reservoir van meer dan 500 miljoen vaten olie.
De eerste twee evaluatieputten van deze ontdekkingen zijn positief en met de laatste olieput die binnenkort wordt geboord, hoopt het bedrijf op 600-650 miljoen vaten olie.
Het blijft onduidelijk hoeveel olie "wij" nu eigenlijk hebben
Zodra deze mijlpaal is bereikt, zal TotalEnergies klaar zijn voor de volgende ontwikkelingsfase.
Maar naast het begrijpen van de reservoirs en het zorgen voor goed geplaatste adequate volumes om productie te rechtvaardigen, heeft Suriname nog andere uitdagingen gehad.
Wij kunnen Suriname in het algemeen en Staatsolie in het bijzonder als schoolvoorbeeld nemen, waar acties van politici de investeringen volledig belemmeren.
Ook de zeer verouderde wetgeving en een bijna fossiel "Production Sharing Contract" zorgt er voor dat onze investeringen vooralsnog on-hold stonden.
Patrick Pouyanné
Chief Executive Officer
Guyana daarentegen kan worden gezien als voorbeeldig wat ontwikkeling en productie betreft.
Ook een regelgevende entiteit (Staatsolie) die tevens exploitant is, heeft geleid tot schuchtere exploratie– en ontwikkelingsinspanningen.
Suriname faalt op alle fronten en internationale regels
Een partij moet geen dubbele belangen hebben, maar Staatsolie wil zowel verkopen als deze verkoop controleren; dat is niet juist in termen van economische principes.
De fiscale voorwaarden van Suriname met betrekking tot haar olie-winst en haar olie-wetgeving worden tenslotte gezien als zeer beperkende factoren die verder bijdragen tot de langdurige vertraging.
In dit tempo zal Suriname rond 2030 pas wat geld gaan zien
Zoals het er nu naar uitziet zal de FID (het definitieve investeringsbesluit) van Total nog lang op zich laten wachten en pas rond 2027 komen.
Tegen die tijd zit de eventueel tweede termijn van Chan er al weer op en daarbij zullen de schamele olie-dollars pas na 2030 ons land in kunnen druppelen.
Bron : United SR / Suriname Nieuws
Is onze regering capabel om op internationaal niveau projecten te managen?
Wilt u reageren op de vraag?
Lees verder in de gratis app!