PARAMARIBO, 21 juli 2024 – Naar nu blijkt leven zeer veel Surinamers, bijna 20% van de bevolking, onder de internationaal gestelde armoedegrens.
De cijfers zijn al twee jaar geleden verzameld, maar door de regering tot nu toe niet openbaar gemaakt en/ of van commentaar voorzien.
Het is te danken aan een presentatie op de ADEK dat de "nieuwe" cijfers uit 2022 nu alsnog naar buiten komen.
20% van de Surinamers leeft in vastgestelde armoede
Volgens de "2022 Suriname Poverty and Equity Assessment" van de Wereldbank, leeft bijna 20% van de Surinaamse bevolking onder de armoedegrens (voor ons land gesteld op omgerekend ongeveer USD 6,50 per dag – redactie).
Verder leeft bijna 1,5% van de Surinamers in extreme armoede, wat neerkomt op een budget van minder dan ongeveer USD 2,– per dag.
Zowel de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IAO) als de eerder genoemde Wereldbank benadrukken al jaren de noodzaak van urgente maatregelen.
Aangezien het rapport al uit 2022 stamt, kan aangenomen worden dat er de afgelopen jaren blijkbaar weinig tot niets door de regering is gedaan met de internationale noodkreet.
Rapportage
Het rapport laat zien dat sociale bijstandsprogramma's absoluut onvoldoende dekking bieden.
Het zogenaamd "uitgebreide kinderbijslagprogramma" blijkt daarbij zeer beperkt in (echte) financiële steun.
Hierdoor leeft bijna 25% van de gezinnen met kinderen in grote armoede, tegenover nog geen 10% voor kinderloze gezinnen.
De enorme ongelijkheid tussen gezinnen met, en zonder kinderen belemmert de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Ook beperkt het onze kinderen enorm in hun toekomstperspectieven.
In het binnenland leeft één op de vier mensen in armoede (25%), vergeleken met één op de zes (17,5%) op nationaal niveau.
Het IMF, de Wereldbank en de IAO waarschuwen ons land
Diletta Doretti, vertegenwoordiger van de Wereldbank voor Suriname, benadrukt dat het rapport essentiële prioriteiten beschrijft om onze armoede effectief te bestrijden.
Een noodkreet waarmee de laatste jaren weinig is gedaan.
Het rapport adviseert verder om macro-economische en fiscale stabiliteit na te streven. Iets wat sinds jaar en dag nodig is, maar waar nog steeds geen actief beleid op is gevoerd.
Ook zou de regering haar sociale bijstandsprogramma’s moeten versterken, een boodschap die door het IMF vaak is geuit, en tot nu toe telkenmale in de wind is geslagen.
Met de aanbevelingen is tot nu toe niets tot weinig gedaan
Daarbij zou de regering zich al sinds vele jaren moeten voorbereiden op het beheer van eventuele olie-inkomsten, maar wordt dat in de praktijk nagelaten.
Tenslotte wordt de nadruk gelegd op de enorme braindrain waarmee ons land te kampen heeft, en het grote gebrek aan vaardighedenontwikkeling binnen het onderwijs.
De verantwoordelijke minister voor de cijfers van de Wereldbank is Stanley Raghoebarsing en hij bedankte voor de toegekomen informatie.
De topper op Financiën en Planning melde enkel "dat deze informatie ons (de regering Santokhi – redactie) verder kan helpen om beslissingen te nemen".
Binnenkort komt alles goed, aldus minister Raghoebarsing
Hij beloofde dat het welzijn van de Surinamers snel beter zal worden en de verdeling van rijkdom binnen de samenleving onder hun beleid steeds eerlijker.
Hoe het kan dat in 2022 al bijna een op de vier Surinamers in blijkbaar grote armoede leefde en met die kennis verder nooit iets is gedaan, werd door hem niet inhoudelijk beantwoord.
Tekst : Ronny Sawirjo (Suriname Nieuws) / artist impression : Langeman Produkties
Schrikt u van de cijfers?
Wilt u reageren op de vraag?
Lees verder in de gratis app!